Wandelen is in Nederland al jaren immens populair. Langeafstandspaden als het Pieterpad en het Pelgrimspad, afgeleiden daarvan als NS-wandelingen, maar ook meerdaagse tochten als de Vierdaagse en de Strandzesdaagse: ze kennen jaarlijks meer deelnemers. Maar hoe zit het in een land als Indonesië? Een impressie van Wandelen op Bali.
Langeafstandspaden met de wit-rode markering op cruciale punten, die kennen ze in Indonesië niet. In Europa en Noord-Amerika worden steeds meer nationale paden aan elkaar geknoopt, zodat je nu al van Portugal naar de Baltische Staten kunt trekken over het Europese Kustpad.
In een land als Indonesië verklaarden de mensen je lange tijd voor gek als je aangaf geen becak (fietstaxi) te willen huren of plaats te nemen in een gewone taxi, maar een afstand te voet te willen afleggen.
Nu moet ik toegeven dat ik van die beslissing om te gaan lopen vaak na een paar honderd meter zelf ook spijt had. Het is in een tropisch land vaak gewoonweg te heet om te gaan wandelen. Er zijn nauwelijks wandelpaden, hoogstens erg slechte trottoirs, en als je noodgedwongen langs de weg wandelt, loop je gevaar dat voorbijrazende voertuigen je scheppen en word je steeds staande gehouden door iedereen die een praatje wil maken, iets wenst te verkopen of je wil verleiden om tegen betaling gebruik te maken van zijn eigen vervoermiddel.
Wel in beweging
Gewoon wandelen was dus lange tijd niet te doen in Indonesië. Sportief in beweging zijn, oké, dat snapte men nog. Dus met een mountainbike een berg afroetsjen, met een rubberboot een snelstromende rivier bedwingen, daar zijn de mogelijkheden de afgelopen jaren legio voor geworden. En wil je echt per se lopen? Dan ga je omhoog, een vulkaan beklimmen, om er daarna al glijdend en buitelend weer van af te dalen. Maar gewoon wandelen, over een landweggetje, een strand, een wandelpad langs de weg? Wat is daar nu de lol van? Dat is toch niet spectaculair? Nee, inderdaad, maar het is wel plezierig, ontspannend en rustgevend.
Wandelbeweging
Tot mijn grote vreugde is de ‘wandelbeweging’ inmiddels ook tot Indonesië doorgedrongen.
Niet zo gek eigenlijk. Als steeds meer mensen het land bezoeken die thuis graag hun wandelschoenen aantrekken, een rugzakje omgorden en ‘de paden op de lanen in’ trekken, groeit ook in Indonesië de vraag naar makkelijk begaanbare wandeltochten.
En de Indonesiër zou de altijd flexibel ingestelde Indonesiër niet zijn, als hij niet op die vraag inspeelde. Dus ineens worden er op Bali naast spectaculaire raft-, bike- en bergklimactiviteiten ook voor jong en oud geschikte wandeltochtjes aangeboden. Gewoon, een paar uurtjes lekker bewegen, genoeg adem overhouden voor een prettig gesprek en onderweg tijd genoeg om rond te kijken en te genieten van de prachtige natuur.
Met of zonder gids?
Onze eerste wandeling maken we uit de Capitoolgids over Bali & Lombok. Gewoon op een namiddag in Ubud en lekker, zoals thuis, zonder menselijke gids. Dat denken we vooraf tenminste. Maar al meteen stuiten we op de beperkingen van deze thuis zo gangbare manier van wandelen. Het kan aan de schrijfwijze van de Capitoolgids liggen, maar we vinden om te beginnen het startpunt al niet en onderweg verdwalen we meerdere keren, zodat we na een tijdje maar over dezelfde weg terugkeren en niet de hele rondwandeling maken.
Niet alleen zijn we in Europa teveel verwend met duidelijke markeringen onderweg op cruciale kruispunten. Ook loop je dan met topografische kaarten, wandel je over echte paden en heb je een routebeschrijving bij de hand. En zelfs dan is het nog vaak puzzelen en soms verkeerd lopen. Die aanwijzingen en duidelijk zichtbare paden vind je hier doorgaans niet.
Er worden voor zover ik weet ook geen wandelboekjes uitgegeven. Dan moet je bijvoorbeeld volgens de tekst in de reisgids over een randje van een rijstveld lopen. Maar welke te kiezen? Er zijn er zoveel!
Les 1: geef je behoefte aan individualisme op en ga op pad met een echte gids.
Koel actief
Een paar dagen later verblijven we in Oost-Bali, nabij Sidemen (Karangasem), en biedt een ober in het hotel aan om ons op een namiddag te vergezellen op een wandeling door de rijstvelden.
Les 2: ga niet midden op de dag aan de wandel, als de temperatuur verzengend hoog is, maar vertrek als ook de Indonesiërs zelf actief zijn.
We starten om vier uur ‘s middags, als de boeren terug zijn van hun middagslaapje, en hun tijd op de akkers besteden aan onkruid wieden en vogels verjagen. Het warme namiddaglicht zet de sawa’s en de achterliggende vulkaan Agung in een gouden gloed.
Wat buiten adem klauteren we achter gids Nengah aan en balanceren op de smalle randjes van de rijstterrassen. We zien rijst, maar Nengah stopt ook regelmatig om ons andere gewassen te tonen, zoals rode pepers, pinda’s en citroengras. Boeren verbouwen die vaak aan de rand van hun akkers, op een paar verloren vierkante meters. Interessant, zeker omdat je deze gewassen wel goed kent, weet hoe ze smaken, maar ze in deze staat nooit zelf zal herkennen.
In de rivier beneden ons zijn mensen aan het baden. Ze kijken nieuwsgierig naar ons op en zwaaien vrolijk. Zelf nemen we onderweg ook pauze om een tijdje met onze voeten in het water te zitten. Wat lijken drukke toeristenoorden als Sanur en Kuta op zo’n moment ver weg!
Ochtendwandeling
Twee dagen later maken we een vergelijkbare wandeling, nu vroeg in de ochtend. We parkeren rond zeven uur bij het vertrekpunt en zien overal in de dalen flarden mist hangen. Het is nog heerlijk koel.
De wandeling die we maken, van Kastala naar het toeristische dorp Tenganan, wordt in enkele reisgidsen beschreven en dat is onderweg goed te merken.
We passeren zelfs enkele warung, waar drankjes en rieten mandjes verkocht worden. Het zicht op de berg Agung wordt zo vroeg op de dag niet beperkt door wolken en dat maakt de wandeling onvergetelijk. We stoppen regelmatig voor koffie en om de meegebrachte sandwiches op te eten. We kletsen wat met de mensen die we tegenkomen.
Als we rond 10.00 uur via een smal voetpad Tenganan binnenwandelen en aan het eind van het dorp op een drukke parkeerplaats komen met busjes en andere toeristen, besef ik wat dit zo bijzonder maakt. Je beleeft zo’n dorp veel intensiever als je een wandeltocht moet maken om er te komen en het dorp langzaam naderbij ziet komen.
Jungletocht
Behalve genieten van de sfeer op de smaragdgroene rijstvelden kun je op Bali ook, weliswaar beperkt, wandelend een junglegevoel ervaren. Daarvoor is het kleine gebied rondom het Tamblingan-meer (Noord-Bali) de moeite waard. Ook dit moet je niet alleen doen, maar in gezelschap van een gids. Anders kun je zelfs in dit kleine gebied lelijk vallen of verdwalen. Van een gids krijg je bovendien interessante informatie over ‘overleven in de natuur’.
Wij maken de wandeling met outdoorspecialist Sobek die zijn gasten ophaalt en weer thuisbrengt in de hotels in de meest gangbare toeristendorpen. De wandeling begint bij het meer met een afdaling via trappen naar een kleine tempel. Als we de tempel voorbij zijn, begint het echte werk. Het pad loopt steil naar beneden en is glad vanwege de vele bladeren die erop liggen.
We moeten ons vasthouden aan takken en boomstammen, of een behulpzaam toegestoken gidsenhand, en zijn blij als de gids halt houdt om iets te vertellen over medicinale planten, natuurlijke watervoorzieningen of mooie tropische bloemen, zoals morning glory en fire. Ook mogen we hangend aan een liaan van boom naar boom slingeren.
Koffiepauze
De atmosfeer is, zoals dat hoort in de jungle, benauwd en we genieten dan ook enorm als we na een korte oversteek over het meer, stoppen voor een koffiepauze. Het is altijd weer geweldig om te zien hoe bij zo’n tour alles uit de kast gehaald wordt om gasten culinair te verwennen. Er zijn thermoskannen met koffie en thee, Balinese zoetigheden en diverse soorten fruit. We krijgen er nieuwe energie door en kunnen na een half uur een klim weer aan: door het bos naar een parkeerplaats, waar het busje alweer klaar staat voor de terugreis.
Les 3: onderschat nooit je behoefte aan eten en drinken onderweg en neem vooral veel water, koffie of thee mee.
Bali praktisch
De beste reisgidsen
We like Bali
Laat je inspireren door Pris & Eve van het succesvolle platform Welikebali! Deze insiders delen in dit paradijselijke boek hun favoriete adressen. Van de leukste plekken om te eten en te slapen tot de beste surfspots, stranden, spa’s, winkels, yogascholen en bijzondere uitstapjes.
Capitool Bali & Lombok
Geheel herzien editie van de meest uitgebreide NL-talige gids voor Bali en Lombok. Met opengewerkte tekeningen en plattegronden van de belangrijkste bezienswaardigheden, veel praktische tips voor hotels, restaurants en winkels. Plus, maar wel beperkt, aandacht voor wandelen en andere activiteiten.
Uitgever: Unieboek 2020
Lonely Planet Bali, Lombok & Nusantenggara
Het kleine zusje van de gids over Indonesië is iets dunner en bovendien ook verkrijgbaar als e-book. Handig voor als je houdt van light travel. Verder is de gids praktisch, zeer uitgebreid, met weinig illustraties maar wel het meest praktisch voor iedereen die rondreist op eigen gelegenheid.
Uitgever: Lonely Planet Publications Ltd, 2021
De leukste hotels
Logeren in Ubud of Amed
Bij Booking vind je de ruimste keuze aan logeeradressen, met laagste prijsgarantie en onafhankelijke beoordelingen van reizigers die er echt verbleven. Bali biedt een ruime keuze aan goede en vaak uiterst voordelige adressen. Zo logeer je in Ubud sfeervol en luxueus in River Sakti Ubud: een ruime suite met eigen balkon en uitzicht op de tuin of het zwembad.
Aanrader in Amed aan het strand van Oost-Bali is Stairway to Heaven. Kies voor een kamer met zeezicht en daal langs de trap af naar het eigen strand. Of huur een fiets en maak een mooi tochtje langs de kust.
De mooiste wandelreizen
Met SNP Natuurreizen naar Bali
Ook SNP Reizen heeft Bali ontdekt als bestemming voor een actieve reis en biedt een aantrekkelijke 12-daagse fietsreis aan.
Je maakt heerlijke, soms pittige, fietstochten door landelijk Bali en houdt genoeg tijd over om te luieren, te zwemmen en te wandelen. Omdat je geregeld 2 nachten in hetzelfde (sfeervolle) hotel verblijft kun je makkelijk een rustdag inplannen.
Tijdens de 12-daagse rondreis op Bali ligt de nadruk op de culturele en natuurlijke bestemmingen van het eiland, maar bezoek je die niet alleen per auto maar ook te voet en op de fiets. Je maakt onder meer een wandeling door de rijstvelden en hebt voldoende ‘vrije tijd’ om zelf op pad te gaan.