Klein maar fijn. Dat is het Duitse waddeneiland Juist. Het is het langste en smalste eiland van de regio. En wat nog fijner is: Juist is autovrij. Daardoor kun je er ongehinderd door verkeer wandelen en fietsen. Een eiland om helemaal tot rust te komen.
Hoe smal waddeneiland Juist is merken we als we vanuit de veerhaven aan de Waddenzee naar ons hotel lopen. We doorkruisen het dorp en staan in tien minuten aan de Noordzee. Voor ons het brede Noordzeestrand met kleurige strandkorven en achter ons het met afstand indrukwekkendste gebouw van het eiland: Strandhotel Kurhaus Juist. Het straalt de grandeur uit van vroeger, stond jarenlang verwaarloosd leeg en is onlangs volledig gerenoveerd en voorzien van modern comfort.
Paardenhoeven
Waddeneiland Juist mag dan (bij hoog water) niet breder zijn dan 500 meter, haar lengte van bijna 17 kilometer maakt dat er op het eiland genoeg te ontdekken valt. En dat doen we in een lekker rustig tempo: te voet en op de fiets, want Juist is autovrij.
Op Juist beschikken alleen de brandweer, de huisarts en het Rode Kruis over een auto. En sinds de eilanders het online shoppen ontdekten rijdt de postbode in een elektrisch wagentje.
De vele pakketten pasten niet langer in het karretje achter de postfiets. Verder vindt al het eilandvervoer plaats per paardenkar en het geluid van paardenhoeven op de kasseien is ons al snel vertrouwd.
Zonnende zeehonden
Bij het Bureau voor Toerisme (Kurverwaltung) in de hoofdstraat van het dorp halen we een plattegrond van Juist op en daarop vinden we alle fiets- en wandelwegen, een overzicht van horeca onderweg en markeringen van de gebieden waar je tijdens het vogelbroedseizoen niet mag komen. Aan de stille uiteinden van Juist kan je bij laagtij geregeld zeehonden zien, die op het strand liggen te ‘zonnen’. Verrekijker mee dus!
Natuurpad
We huren een fiets en gaan het eiland ten oosten van het dorp verkennen. De wegen op Juist zijn niet geasfalteerd, maar geplaveid en het is er heerlijk rustig. Het enige ‘snelle’ verkeer is de paardenkar, die boodschappen, bagage en passagiers vervoert tussen het dorp en het kleine vliegveld. Daar zien we geregeld propellervliegtuigen landen en opstijgen. Onze eerste stop is een leerzame: een bezoekje aan het Otto Leeghe Pfad. We beklimmen de houten trap naar een uitkijkpunt bovenop een duin en vervolgen de wandelroute langs informatieve kunstwerken over de geologie, historie en ecologie van het eiland en de Waddenzee. Bijzonder zijn de waterklankschaal en een soort windorgel. Otto Leeghe (1862-1951) was onderwijzer op Juist, bestudeerde vogels en stond aan de wieg van zowel de bescherming van het nabijgelegen vogeleiland Memmert als de erkenning van de Waddenzee als werelderfgoed.
Het grote niets
Na het vliegveldje eindigt het fietspad en gaan we te voet verder over een onverhard wandelpad. Het voert ons tussen begroeide duinen en lage zandduinen naar het Noordzeestrand.
Een weidse leegte wacht ons, waar we geen andere mensen zien, alleen vogels en de wind horen. En waar we ons vooral bezig houden met turen door de verrekijker. Is dat bultje nou een zeehond of niet? We zullen het nooit weten, want alleen tussen augustus en april mag je hier helemaal tot het oostelijke puntje lopen.
Binnenmeer
De volgende dag fietsen we richting west. Eerst passeren we de ‘buitenwijk’ van het dorp, waar ons het grote aanbod van gastenkamers en appartementen opvalt. Dan volgt het gehucht Loog en vervolgens fietsen we langs de Hammersee. Rond 1651 werd Juist tijdens een zware storm in tweeën gedeeld. Begin vorige eeuw bouwde men een stuifdijk om beide delen weer te verenigen en werd de zee-engte een binnenmeer: de Hammersee. Het water is brak en ondiep en een geliefde foerageerplek bij vogels. Er loopt een wandelpad rond het meer.
Pittige linzensoep
Na de Hammersee fietsen we nog zo’n drie kilometer verder westwaarts langs de duinen en dan eindigt het fietspad bij restaurant Domäne Loog. Het terras en de menukaart zien er veelbelovend uit, maar we gaan eerst te voet de westpunt ronden. Voor zover dat mogelijk is want het strand Billriff is niet geheel toegankelijk. Je mag alleen aan de Noordzeekant een heen en weertje wandelen tot de meest westelijke punt. Dat doen niet veel mensen en je krijgt er dan ook het gevoel van alleen op de wereld zijn. In de verte zien we het vogeleiland Memmert, ten zuiden van Juist, en in het westen de contouren van Borkum. Na deze exercitie smaken het versgebakken rozijnenbrood met roomboter en de pittige linzensoep van Domäne Loog als een sterrenmaal.
Juist praktisch
Hoe kom je er?
Waddeneiland Juist ligt niet ver van de Nederlandse grens en is het eerste bewoonde Duitse waddeneiland na Borkum. Vanuit Norddeich vaart dagelijks 1-2 keer een veerboot naar Juist. Vaartijd zo’n 90 minuten. Retour € 34 per persoon.
De beste reisgidsen
I Love The Seaside Noordzeekust
Vrolijk uitgevoerde serie voor iedereen die dol is op de zee (en wie is dat niet?). Het gidsje over de Noordzee omvat de hele Noordzee, dus die in België, Nederland en Duitsland. Veel aandacht voor laidback surfspots, yoga, hippe eettentjes, maar ook interviews met locals, logeeradressen en culinaire weetjes. Taal: Engels. Alexandra Gossink, 2020
De beste hotels
Logeren op Juist
Strandhotel Kurhaus Juist steekt fier uit boven het duin en maakt indruk met zijn hoge plafonds en fraai gedecoreerde zalen. Hier herleeft de tijd van de Belle Epoque, toen de mensen naar zee gingen om te kuren. Het hotel is een mix van historische grandeur en hedendaagse luxe. Met spa en een romantisch strand voor de deur.
Juister Hof oogt als het kleine zusje van het Kurhaus, met knusse en comfortabele kamers, naar keuze met balkon en/of zeezicht. Ook vanuit dit hotel wandel je zo het strand op.